Het aantal woningen voor 1900.
Het aantal woningen vanaf 1900 t/m 1944.
Het aantal woning vanaf 1945 t/m 1964.
Het aantal woningen vanaf 1965 t/m 1974.
Het aantal woningen vanaf 1975 t/m 1991.
Het aantal woning vanaf 1992 t/m 2005.
Het aantal woningen na 2005.
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Meerpersoonshuishoudens met kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren met kinderen, echtparen met kinderen en eenouderhuishoudens.
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen bestaan uit niet-gehuwde paren zonder kinderen, echtparen zonder kinderen en overige huishoudens.
Huishoudens met minimaal één persoon die geregistreerde problematische schulden had en is ingestroomd als schuldenaar, en die niet tot een huishouden met problematische schulden behoorde.
Ten minste één persoon in het huishouden voldoet aan ten minste één van de volgende criteria: Volgt een WSNP-traject, volgt een BKR geregistreerd minnelijk traject, BKR geregistreerde betalingsachterstand, etc.
Dit gemiddelde is berekend als het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.
Een huishouden heeft een betaalrisico indien het netto besteedbaar inkomen te laag is om aan alle uitgaven te voldoen.
Woningen die eigendom zijn van de (toekomstige) bewoner(s) of in gebruik als tweede woning.
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Het aantal inwoners per km2 land is bepaald door het aantal inwoners op 1 januari te delen door de landoppervlakte. De bevolkingsdichtheid is opgenomen indien er 10 of meer inwoners in de buurt voorkomen.
Voor de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.
Er wordt geen gemiddelde WOZ-waarde bepaald voor een regio als:
De fysieke omgeving verwijst naar de tastbare aspecten van de leefomgeving, zoals de aanwezigheid en kwaliteit van infrastructuur, groenvoorzieningen, en gebouwen. Dit omvat factoren zoals de dichtheid van gebouwen, aanwezigheid van parken en plantsoenen, nabijheid van bossen, en de kwaliteit van de architectuur. Een positieve fysieke omgeving draagt bij aan de esthetische en functionele waarde van een gebied.
Score verdeling:
Dit thema behandelt de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad in een gebied. Het omvat aspecten zoals de ouderdom en het type woningen, de aanwezigheid van huur- en koopwoningen, en de mate van vernieuwing en onderhoud van de woningvoorraad. Goede en gevarieerde woonmogelijkheden zijn essentieel voor het aantrekken en behouden van bewoners en voor het algehele gevoel van tevredenheid met de leefomgeving.
Score verdeling: